Begrippenlijst casino

De onderstaande begrippen helpen bij het begrijpen van diverse casinospellen.

A Cheval (roulette):
Een inzet op twee aangrenzende nummers, waarbij de chip op de lijn tussen de twee nummers gelegd wordt.



Ante (diverse):
Benaming die bij veel kansspelen, waaronder Carribean Stud Poker, wordt gebruikt voor de initiële inzet van de speler.



Ace:
Een chip met een waarde van één dollar/euro.



Any craps (craps):
Een gok waarbij de speler wedt dat de gooier in de volgende beurt een zeven gooit.



Baccarat (baccarat/punto banco):
Het nulpunt bij het spel punto banco.



Back line (craps):
Een inzetgebied bij craps dat ook de woorden ‘Don’t Win’ of ‘Don’t Pass’ draagt.



Banco (punto banco):
Eén van de twee partijen bij punto banco, stelt de bank/het huis voor.



Bet against the dice (craps):
Wedden op het verlies van de shooter.



Blind (poker):
Een initiële inzet die geplaatst moet worden door twee spelers bij poker. Hierbij is er onderscheid tussen de small blind en de big blind, waarbij de big blind het dubbele is van de small blind.



Bluffen (diverse):
Het inzetten alsof de speler andere kaarten heeft dan daadwerkelijk het geval is. Het doel is om de medespelers te laten denken dat zij de meeste kans maken om te winnen, terwijl de speler meer kans maakt. Met name bij poker een belangrijk onderdeel.



Buck (craps/poker):
Een munt/fiche die bij craps aangeeft wat de point van de shooter is en soms bij poker wie de dealer is.



Burn a card/kaart branden (diverse):
Het wegleggen van de bovenste kaart van een deck kaarten voordat de volgende kaart wordt gedeeld. De weggelegde kaart maakt geen deel uit van het spel.



Bust (blackjack):
Een totaal puntenaantal van de kaarten dat hoger is dan 21. De speler met bust verliest.



Buy in (diverse):
Het kopen van chips voor een spel. Bij pokertoernooien is dit het bedrag waarmee men mag deelnemen aan het toernooi. De pot bestaat meestal uit het totaal van buy ins van alle deelnemende spelers bij dergelijke toernooien.



Call (diverse):
Meegaan met de verhoogde inzet van een medespeler.



Carré (roulette):
Inzet op vier aan elkaar grenzende nummers. De chip wordt hierbij op het kruispunt van de vakken van de vier nummers gelegd.



Check (diverse):
Doorgaan met het spel zonder extra in te zetten. Bij veel spellen, waaronder poker, kan dit alleen wanneer alle spelers checken of het spel verlaten.



Chip (ook wel: fiche):
Muntjes waarmee gespeeld wordt in het casino. Ieder fiche representeert een bepaalde waarde.



Come (craps):
Tegenovergestelde van Don’t Come, inzet waarbij gewed wordt op winst van de shooter, komt na een come-out.



Come-out (craps):
Eerste worp van shooter bij een ronde van craps.



Craps (craps):
Een worp waarbij wordt verloren door de shooter. Dit gebeurt wanneer 2, 3 of 12 gegooid wordt.



Croupier:
De spelleider en kaartdeler in het casino.



Dead hand (live casino):
Ongeldige kaarten door een fout van de croupier.



Deuce (diverse):
Een twee (zowel kaarten als dobbelsteen).



Deuces Wild:
Populaire variant op (video)poker.



Don’t Come (craps):
Tegenovergestelde van Come. Bij Don’t Come wordt gewed op verlies van de shooter, na een come-out.



Double Down (blackjack):
Het verdubbelen van de initiële inzet bij een huidig kaartentotaal van 9, 10 of 11.



Eénarmige bandiet:
De bijnaam van een fruitautomaat.



Eenentwintigen:
Soms gebruikte naam voor blackjack, hoewel eenentwintigen officieel een ander spel is dan blackjack.



Egalité:
Inzet waarbij er een 50/50 kans is op winst of verlies.



En plein (roulette):
Inzetten op een enkel nummer.



Encarte (baccarat):
Speler en bank hebben hetzelfde punt.



Flush (diverse):
Een kaartcombinatie waarbij alle kaarten van hetzelfde type zijn, met name gebruikt bij poker(varianten).



Fold (diverse):
De ronde opgeven en hierdoor de inzet verliezen.



Frans roulette:
Eén van de hoofdvarianten van roulette, soms ook Europees roulette genoemd. Het speelveld heeft één 0, waar Amerikaans roulette er twee heeft.



Full House:
Kaartcombinatie van drie kaarten en twee kaarten met dezelfde hoogte. Bijvoorbeeld: drie koningen en twee dames.



Hard hand (blackjack):
Een hand zonder een aas, of een hand waarbij de aas per definitie de waarde ‘1’ heeft vanwege de waarde van de overige kaarten in de hand. Zie ook: soft hand.



High roller (algemeen):
Iemand die speelt met de maximaal toegestane inzet of over het algemeen veel inzet. Sommige casino’s hebben speciale bonussen voor high rollers. Zie ook limit.



Hit (blackjack):
Vragen om nog een kaart bij blackjack. Vaak niet uitgesproken maar aangegeven door een tik met de handen op tafel.



Huisvoordeel/house edge (algemeen):
Het voordeel dat het casino heeft om te winnen ten opzichte van de speler. Met het ‘huis’ wordt altijd het casino bedoelt. Het huis heeft altijd een voordeel over de speler dat kan verschillen in grootte, afhankelijk van het spel. Het ‘house edge’ wordt vaak uitgedrukt in een percentage.



Impair (roulette):
Inzetten op de oneven nummers bij roulette.



Jackpot (diverse):
De hoogste prijs bij een slotmachine of ander spel. De kans op winst is klein, maar de prijs is doorgaans vele male hoger dan de op één na hoogste prijs.



Ladderman (craps):
Toezichthouder bij craps, in fysieke casino’s vaak zittend op een trappetje.



Le coup de la cheminée (baccarat):
Een punt van 8 of 9. De 8 wordt hierbij gevormd door een 6 en een 2 en de 9 door een 6 en een 3.



Le coup de l’empereur (baccarat):
Een score van 9.



Les cartes passent (diverse):
Een zin die soms wordt uitgesproken wanneer er nieuwe kaarten gebruikt worden door de croupier. Letterlijk: de kaarten passeren.



Limit (diverse):
Het limiet van een inzet, bepaald door het casino. Iemand die regelmatig de limit inzet wordt ook wel een high roller genoemd.



Low pair (pokerspelen):
Een paar met een waarde lager dan twee boeren.



Manque (roulette):
Inzetten op nummer 1 tot en met 18.



Natural (baccarat):
Een score van 8 of 9 voor één van de speler. Het spel stopt. Zie ook punto banco.



Pass (craps):
Inzetten op winst van de shooter.



Place (craps):
Inzetten op een specifiek nummer dat gegooid moet worden bij de volgende beurt. Weddenschap met relatief hoog verliesrisico.



Point (craps):
De shooter maakt een point wanneer bij de come-out een 4, 5, 6, 8, 9 of 10 wordt gegooid. De shooter moet dit nummer in opvolgende beurten gooien om te winnen, voordat er een 7 gegooid wordt.



Raise (diverse):
De initiële inzet verhogen. Afhankelijk van het spel moeten medespelers meegaan om kans te maken op de winst.



Rien ne va plus (diverse):
De zin die de croupier uitspreekt wanneer er niet meer ingezet mag worden. Letterlijk: niets gaat meer.



Shooter (craps):
De gooier van de dobbelstenen. Verandert iedere ronde.



Soft hand (blackjack):
Een hand met een aas, waarbij de aas zowel de waarde van 1 als 10 kan hebben. Een soft hand is flexibeler en veiliger dan een hard hand.



Split (diverse):
De inzet splitsen in twee losse handen. Onder meer mogelijk bij sommige blackjackhanden. Splitsen spreidt de winkansen en verlaagt het verliesrisico, maar ook de kans op maximale winst.



Straight (pokerspellen):
Vijf opeenvolgende kaarten die niet dezelfde kleur hebben.



Straight flush (pokerspellen):
Vijf opeenvolgende kaarten met dezelfde kleur.



Three of a kind (pokerspellen):
Drie kaarten met dezelfde waarde.



Two pair (pokerspellen):
Twee keer twee kaarten met dezelfde waarde.